Vandaag, op 15 augustus 2015, herdenken we dat het 70 jaar geleden is dat Japan capituleerde. Hiermee kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië. De oorlog in Nederlands-Indië was toen echter nog niet voorbij. Door de capitulatie van Japan te herdenken, wordt de aandacht afgeleid van de koloniale oorlog die Nederland in de vier daarop volgende jaren voerde. Er zou meer aandacht en erkenning moeten zijn voor de gehele geschiedenis van Indische Nederlanders.

Door Laura van den Vrijhoef

Bersiap

Ook voor Indische Nederlanders was de capitulatie van Japan een belangrijk moment. Velen van hen werden destijds bevrijd van de onderdrukking door de Japanse bezetters . De Birmaspoorlijn is een sprekend beeld van de tergende omstandigheden waarin velen tewerk werden gesteld. Duizenden mensen hadden in Jappenkampen geleden aan honger en ziektes. Maar met het einde van de Japanse bezetting kwam er nog geen einde aan het leed.

 

Schilderij ‘Bersiap’ (Natalie Ypma)

Schilderij ‘Bersiap’ (Natalie Ypma)

Schilderij: Natalie Ypema

Twee dagen na de capitulatie van Japan riepen Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesia uit. Nederland wilde de winstgevende kolonie echter niet opgeven. Onder het mom van ‘politionele acties’ vocht Nederland een koloniale oorlog uit, die vier jaar zou duren. Opnieuw werden duizenden Nederlanders en Indische Nederlanders in interneringskampen geplaatst. Deze periode staat ook wel bekend als de Bersiap. Pas op 27 december 1949 erkende Nederland, onder druk van de Verenigde Naties, de onafhankelijkheid van Indonesië.

 

Miskenning

Veel Indische Nederlanders voelen zich miskend in hun geschiedenis. Toen zij noodgedwongen Nederlands-Indië verlieten en in Nederland aankwamen, troffen zij een land in wederopbouw aan. De oorlogstrauma’s lagen in Nederland nog vers in het geheugen en er was geen plaats voor die van de Indische gemeenschap. De Indische Nederlanders moesten assimileren in de Nederlandse samenleving, was de boodschap. Zodoende legden zij zichzelf het zwijgen op.

 

Nog altijd maakt de oorlog in Nederlands-Indië geen onderdeel uit van het collectief geheugen. Veel Indische Nederlanders hebben te maken met onbegrip en onwetendheid in hun omgeving. Het Nederlandse onderwijs kent maar beperkte aandacht toe aan deze zwarte bladzijde. Ook wordt nog altijd gesproken over politionele acties in plaats van oorlog.

 

Zolang de erkenning van hun oorlogsleed er niet is, kan de Indische gemeenschap die ook niet verwerken. Het collectieve verwerkingsproces komt maar moeizaam op gang. Talloze boeken, films, theaterstukken en documentaires zijn verschenen over de holocaust in Nederland en West-Europa, maar het aandeel over Nederlands-Indië blijft beperkt. Langzamerhand weten de jongere generaties het zwijgen te doorbreken. Ze beginnen hun oudere familieleden vragen te stellen en persoonlijke familiegeschiedenissen op te schrijven.

 

Ook ik behoor tot die generatie. Vandaag roep ik op om niet alleen de Japanse bezetting, maar het gehele oorlogsverleden van Indische Nederlanders te herdenken. Bovendien is het voor hen van belang om te spreken over een oorlog in plaats van politionele acties, en om deze oorlog op te nemen in de vaderlandse geschiedenis en het Nederlandse onderwijs. Zo krijgt de Indische gemeenschap erkenning; de erkenning die zij nodig heeft om het oorlogsleed te kunnen verwerken.