Het is niet meer te krijgen! Ik zoek op het internet naar het boekje ‘Ik wilde eigenlijk niet gaan’, een boekje over de repatriëring van Indische Nederlanders, uitgegeven door Stichting Tong Tong. De laatste keer dat ik het boekje in mijn handen had, voelde ik een enorme nieuwsgierigheid opkomen. De persoonlijke geschiedenisverhalen, de foto’s… Voor het eerst kreeg ik een goed beeld van de overtocht naar Nederland vanuit het toenmalige Nederlands-Indië. De eerste antwoorden op mijn vragen zorgen voor een honger naar meer. Ik besluit een onderzoek te starten naar mijn familiegeschiedenis. Al snel blijkt de zoektocht, naast een hoop opheldering, begrip en verbondenheid, ook te leiden tot een innerlijk conflict.

 

[typography font=”Bentham” size=”28″ size_format=”px” color=”#808080″] De taboesfeer is voor mij altijd
voelbaar geweest… [/typography]

 

Al eens eerder heb ik mijn oma vragen gesteld over vroeger. Ik merkte al gauw dat het niet gemakkelijk was om hierop antwoorden te krijgen; “Adoe, dat is al zo lang geleden…”, zei ze dan.
De geheimzinnigheid rondom het verleden in het verre Indië lijkt te zijn vermengt met een verdrongen gevoel van schaamte en verdriet. De taboesfeer is voor mij altijd voelbaar geweest en heeft ervoor gezorgd dat ik me lange tijd net zo gedroeg als de rest van mijn familie; vooral geen slapende honden wakker maken!
Toch blijft het knagen en voor het eerst sinds een lange tijd besluit ik weer gehoor te geven aan de hunker naar de verhalen van mijn familiegeschiedenis.
Ook vanuit mijn studie voelt het als een verantwoordelijkheid om bewustwording rondom de Indische cultuur en het identiteitsbesef te creëren zodat het cultureel erfgoed doorgeven kan worden aan de volgende generatie.

Het is kerst en ik ben op bezoek bij mijn familie in Brabant. Dit jaar vieren we het bij mijn tante. Het huis is sfeervol versiert en de keukentafel staat vol met heerlijke hapjes.Vanavond heb ik een missie. Ik ga op zoek naar aanknopingspunten om mijn zoektocht te kunnen starten. Zelfs op de meest vanzelfsprekende dingen heb ik geen antwoorden. De gesprekken buigen dan ook al snel af naar vroeger en stukje bij beetje krijg ik belangrijke informatie over de stamboom van mijn Indische familie. Echter, hoe meer ik vraag, hoe ingewikkelder en vager de verhalen worden en hoe hoger de emoties oplopen.

 

[typography font=”Bentham” size=”28″ size_format=”px” color=”#808080″]Mijn enthousiasme en nieuwsgierigheid maakt plaats voor een gevoel van spijt en verdriet.[/typography]

 

“Oma, als je Indonesisch bent en niet Indisch, waarom heb je dan een Europese voor- en achternaam?”, vraag ik. Mijn oma, met name een kei in het vertellen van de mooie verhalen over Indonesië toen ze nog klein was, begint te vertellen over haar pleeggezin. Een gezin die haar heeft opgevangen en haar beschouwde als eigen dochter. Ik ben nieuwsgierig naar haar biologische ouders maar besluit niet te hard van stapel te lopen en eerst te luisteren naar haar verhaal. Ze is nog maar net begonnen of ik zie dat ze het moeilijk krijgt. Haar handen beginnen te trillen, ze stopt met praten. Haar ogen staren strak vooruit en ik zie haar in gedachten terug gaan naar een ver verleden.
Ik schrik van haar emoties. Mijn enthousiasme en nieuwsgierigheid maakt plaats voor een gevoel van spijt en verdriet. Dit is het dus. Dit is wat mij al die tijd ervan heeft weten te weerhouden om teveel vragen te stellen. Ik stop het gesprek en loop naar buiten om op adem te komen. Ik ben even compleet van slag; “Moet ik wel doorgaan met dit onderzoek? Waarom kan ik het verleden niet gewoon laten rusten? Wat nou als het haar allemaal teveel wordt?” Ik worstel met een moreel dilemma en laat de avond voor wat hij is.

Een paar dagen later vind ik op het internet een 2e hands exemplaar van het bijzondere boekje. Ik aarzel geen moment een bestel hem meteen. Het duurt niet lang voordat het boekje op de deurmat ligt en als ik erin blader stop ik bij een foto. Er staan mensen op het dek van een schip voor de grote overtocht. Ik probeer in te beelden hoe mijn opa en oma, met mijn tante in haar armen en mijn moeder aan haar zij, op het dek van het schip de Groote Beer staan. Het is 1957 en ze verlaten Soerabaja. Ze verlaten hun geboorteland wetende dat ze nooit meer zullen terugkeren.

Wordt vervolgd…

 

[box]Ben je zelf ook een zoektocht naar je Indische familiegeschiedenis gestart en herken je jezelf in mijn verhaal? Of heb je (familie)verhalen of foto’s over het schip ‘de Groote Beer’, misschien wel specifiek van het jaar 1957? Reageer op de site of mail: monique@hoezoindo.nl [/box]

Monique