Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doneer een kleinere donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Stephan Splinter

(30) Beroep: Leerkracht basisonderwijs.
Ik kom uit Etten-Leur.

Toen je van dit ‘Twijfelindo-project’ hoorde wat was toen je eerste gedachte?

Ik vind het een leuk initiatief. Het is toch een soort van verborgen identiteit. Veel mensen weten niet wat het Indisch-zijn betekent. Ze denken dan dat mijn opa en oma Indonesiërs zijn of uit India komen. Ik vind het mooi dat er door zo’n project meer aandacht voor de Indische identiteit komt.

Mensen zien niet direct aan je dat je Indisch bent. Wat denken zij of wat zeg jij dan daarop?
Dat ze het niet kunnen zien daar heb ik  geen moeite mee. Dan vertel ik dat mijn vader geboren is in Surabaya. Ik ben opgegroeid tussen twee culturen. Aan een kant mijn Brabantse familie. Aan de andere kant mijn familie uit het voormalig Nederlands-Indië.

Kijken mensen raar op dat je Indische roots hebt? Hoe reageren ze eigenlijk?

Ja, soms wel omdat ze dat niet verwachten van mij. Ik zie er gewoon blank uit. Als ik dan vertel dat ik een donkere vader heb, dan kijken vaak verrast.

Noem jij jezelf dan Indisch of juist Nederlands

Ik noem me gewoon Nederlands. Mijn oma zou dat ook zeggen: ‘Wij zijn altijd Nederlander geweest!’ zegt ze dan.

Zijn er momenten dat je je meer Indisch voelt?

Wanneer ik bij oma ben. Dan voel ik me wel Indisch. Dan gaan die verhalen ook wat meer leven. En dan praat ze over die oude tijd.

Vaak leuke verhalen?

Van mijn oma’s kant wel. Toen mijn opa nog leefde, waren er natuurlijk ook minder leuke verhalen van de oorlogsperiode: het Jappenkamp, de Bersiap-periode etc. Hij vertelde dit niet tot in detail, want dat lag heel erg gevoelig. Ik heb daar ook op doorgevraagd bij mijn opa. Ik heb nu voor mezelf een lijstje gemaakt, wat hij allemaal heeft meegemaakt in zijn leven. En wat de volgorde daarvan is, want als kind kreeg je allerlei soorten verhalen te horen. Voor mij was dat een wirwar. De ene keer speelde het verhaal zich af in Bandung, de andere keer in Surabaya. Dus ik heb in ieder geval nog het geluk gehad dat ik aan hem nog kon vragen in welke tijd zich dat allemaal heeft afgespeeld.

‘Ik heb maar zeven jaar een onbezorgde jeugd gehad. Daarna was het een en al ellende.’

Hoe was hij daaronder toen jij daarop doorvroeg?

Soms emotioneel. Hij zei dan: ‘Ik heb maar zeven jaar een onbezorgde jeugd gehad. Daarna was het een en al ellende.’

Je hoort vaak dat Indische mensen erover zwijgen. Tegen jou was hij daar wel open over?

Niet in detail. Ik heb wel eens wat verhalen gehoord dat hij moest schuilen onder bed en dat er mensen werden doodgeschoten. Of dat er mensen uit de Indische gemeenschap werden gelyncht. Soms ook wel wat leuke dingen over het Jappenkamp. Zijn moeder had een gordijn gestolen van de Japanners en daar had ze een broek voor hem van gemaakt. Die mensen kregen voornamelijk broeken gemaakt van jute. Dat jeukte natuurlijk ontzettend.

Hoe Indisch ben je?

Mijn opa en oma zijn allebei Indisch.

Van jouw vader of moeders kant?

Van mijn vaders kant. Mijn vader is er ook geboren en ze zijn in 1958 naar Nederland gekomen. Mijn opa en oma en het hele gezin (drie kinderen). Later kwam ook de rest van de familie naar Nederland. Mijn overgroot opa en oma zijn een jaar later naar Nederland gekomen. Mijn overgroot oma heb ik nog gekend. Die is 92 geworden, geloof ik.

Hebben zij iets verteld over vroeger?

Met name mijn opa. Mijn opa zat vaak aan tafel te vertellen over Indonesië onder het genot van bananenchips of iets anders lekkers. Voor mijn oma was dat soms vermoeiend. Bijvoorbeeld, wanneer je het over eten had zei hij: ‘In Indonesië had je pas echt lekker eten.’ Had je het over fietsen: ‘Ik heb nog leren fietsen in Bandung voor het Sat Paleis.’ Hij kwam dus altijd met verhalen over Indonesië en daar luisterde ik als kind graag naar. Ik was altijd erg nieuwsgierig.

Waar komen je ouders of grootouders vandaan?
Mijn opa is in Bandung geboren en mijn oma in Malang.

Die overgroot opa ook?

Mijn overgroot opa van opa’s kant komt uit Nederland. Hij was KNIL-militair. Mijn opa heeft, omdat zijn vader in het leger zat op meerdere plekken gewoond op Java.

Leven je Indische grootouders nog?

Mijn oma leeft nog. Ze is 81 jaar

Ben je al eens naar Indonesië geweest?

Ik ben twee keer naar Indonesië geweest: in 2008, en tweemaal in 2011. Het was een bijzondere ervaring. Sommige dingen zijn erg herkenbaar. Wanneer je dan naar bepaalde plaatsen gaat en je denkt: hier heeft mijn opa nog leren fietsen. Of, hij heeft daar nog gewoond. Op zulke momenten voel je daar verbondenheid mee. In 2011 zijn we nog een keer met het gezin naar Indonesië geweest. Toen zijn we op zoek gegaan naar het geboortehuis van mijn vader. Dat heeft bij hem toch wel wat losgemaakt. Tot die tijd leefde de gedachte om terug te gaan niet bij mijn familie. In ieder geval niet in het gezin van mijn vader. Wel frappant, toen ik daarin 2008 was, had mijn vader opeens zoiets van, hoe is het daar nu, ik heb toch ook interesse om daar naartoe te gaan. Dus mijn vader was vrij emotioneel toen hij terugging naar zijn roots.

Heb je iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Het is zo dat we in de familie heel veel foto’s hebben. Meer dan van mijn moeders kant. Mijn moeder heeft een heleboel foto’s gescand. Zowel van mijn opa’s als mijn oma’s kant. Het doel is om min of meer de geschiedenis vast te leggen, en te bewaren. We gaan nog een tweede boek maken over hoe zij in Nederland werden opgevangen. En dan de jeugd van mijn vader en ooms in een boek te zetten.

Verdwijnt de Indische cultuur of is deze springlevend?

De generatie die er daadwerkelijk geboren is, verdwijnt natuurlijk in de loop der tijd. In dat opzicht gaan die verhalen veelal verloren. Of je moet het op zo’n manier (bijvoorbeeld met een fotoboek) doorgeven aan de volgende generatie. Ik denk dat het eten altijd wel blijft bestaan. En het ligt eraan wat wij als generatie ermee gaan doen. Dit soort projecten vind ik daarom mooi.

Hoe eet jij je rijst?

Met een lepel natuurlijk!

Wat is je lievelingsgerecht of -snack?

Ik vind het het lekkerst als mijn vader tempeh gaat bakken. Uiteindelijk eten we maar een beetje rijst en heel veel tempeh. Vind ik nog lekkerder dan soto.

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doneer een kleinere donatie aan het huidige Crowdfunding project .