Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doneer een kleine donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Cindy Smith (25) Studie / Beroep: Ik heb mijn bachelor Archeologie afgerond en doe nu vrijwilligerswerk bij de Dierenbescherming.

Waarom doe je mee aan dit project?

Ik denk soms wel na over mijn identiteit. Of ik een Indo, Indisch, of gewoon Nederlands ben. Ik ben Nederlands opgevoed, maar anderen zien me vaak toch als buitenlander.

Bestudeer je een bepaalde richting in de archeologie?

Ja, ik heb me gefocust op het Mediterrane gebied. Dat vond ik het meest interessant.

Toen je voor het eerst hoorde over het ‘Twijfelindo-project’ wat was toen je eerste gedachte?

Leuk dat iemand zo’n initiatief neemt. Naar mijn idee is het toch niet zo zichtbaar. Mijn vader bijvoorbeeld vindt zichzelf gewoon Nederlands en wil niet anders zijn dan anderen. Dit heeft hij weer van zijn vader die graag wilde dat zijn kinderen goed mee konden draaien in de Nederlandse maatschappij omdat hij wist dat ze niet meer terug naar Indonesië zouden gaan. Zo aten mijn grootouders bijvoorbeeld niet met mes en vork, maar mijn vader, zijn broertje en zusje moesten dat wel. En stond er altijd een fles water naast de wc. Mijn vader wist pas veel later, toen hij al volwassen was, waar die voor diende. Ik heb dus van mijn vader ook niet echt anders meegekregen dan dat ik Nederlands ben, maar ik ben zelf wel heel nieuwsgierig naar mijn afkomst. Daarom vind ik het leuk om te zien dat er meer mensen zijn die interesse hebben in afkomst en zich afvragen wat iemand tot Indo maakt. En of er bijvoorbeeld bepaalde gewoontes en eigenschappen zijn.

Je gaf aan dat mensen aan jou zien dat je uit het buitenland komt. Maar raden ze ook waar vandaan?

Soms wel, meestal zijn zij die het goed raden wat oudere mensen die ook de Nederlands-Indische geschiedenis beter kennen. Maar verder hoor ik van alles: Grieks, Italiaans, Marokkaans, Zuid-Amerikaans, of ze noemen me ‘Pocahontas’. Toen ik in Indonesië was zagen de mensen daar wel vaker dat ik van Indische afkomst ben.

Geef je zelf soms aan dat je van Indische afkomst bent?

Meestal zeg ik dat ik wat Indonesisch bloed heb en als er genoeg tijd is leg ik een beetje uit dat mijn grootouders van mijn vaders kant uit Indonesië komen en dat die zelf ook al niet helemaal Indonesisch zijn.

Want hoe Indisch ben je dan? Je vader is dus Indisch?

Ja, mijn moeders kant is gewoon Nederlands. Mijn opa van mijn vaders kant komt uit Wonoredjo, Oost-Java, en hij heeft ook Engels en Oostenrijks bloed. Mijn oma komt uit Surakarta/Solo en zij is ook van gemengde afkomst. Dus ik heb maar een klein beetje Indonesisch bloed eigenlijk.

Heb je je grootouders ook gekend? Vertelden ze veel over Nederlands-Indië?

Ja, vooral met mijn opa heb ik er veel over gesproken. Toen ik nog een klein kind was vertelde hij vaak spannende verhalen over dat hij slangen uit de heg haalde en over tijgers. Dus dat was altijd wel bijzonder en dat is me zeker bijgebleven. Maar toen ik ouder was en ook meer te weten kwam over de geschiedenis en over Nederlands-Indië heb ik er ook echt naar gevraagd. Ik vond het heel interessant en wilde graag weten hoe mijn opa daar heeft geleefd en hoe het was om naar Nederland te moeten komen. We hebben er samen ook wel echt voor gezeten om het erover te hebben. Mijn opa heeft op een gegeven moment aangegeven dat hij graag zou willen dat zijn jeugd in Indonesië door iemand zou worden opgeschreven. Omdat ik al zijn verhalen uit Indonesië en de geschiedenis erg interessant vind wilde ik dat voor hem doen. Dus hij heeft verteld wat hij zich nog kon herinneren en ik heb hem nog extra vragen gesteld. Helaas is mijn opa ruim drie jaar geleden overleden en is het boek nog niet af.

Ken je nog een verhaal dat hij heeft verteld?

Hij vertelde vooral heel veel over dieren, want hij was zelf toen nog best jong. Het meeste zijn me dus alle insecten, reptielen en vissen verhalen bijgebleven en de sfeer van een jongetje dat tussen de sawa’s speelde. Bijvoorbeeld dat hij met zijn handen aan het vissen was, of dat hij samen met zijn broer een manier had bedacht om slangen uit de heg te kunnen halen. Toen ik ouder was heeft hij me ook over nare herinneringen over de Japanners verteld en de gevaarlijke situatie waarin ze zaten. En dat hij dus uiteindelijk in een Jappenkamp heeft gezeten en hoe dat was.

Ben je al in Indonesië geweest? Wanneer was dat?

Ik ben een keer met familie in Indonesië geweest voor een paar weken, dat is alweer acht jaar geleden. En een paar jaar geleden ben ik er met mijn vriend gaan backpacken. Toen hebben we twee maanden door Indonesië gereisd van Sumatra tot Flores.

En hoe was dat voor jou, bijvoorbeeld de eerste keer?

Ik vond het heel bijzonder. Vooral wat uiterlijk betreft zag ik veel gelijkenissen met mijn familie. Ook het eten kende ik. Hoewel het natuurlijk toch net anders is dan wat we hier in Nederland aan Indonesisch eten hebben. Het voelde op de een of andere manier in Indonesië ook een beetje als thuiskomen. Het land waar je grootouders zijn geboren en getogen, met veel herkenbaars van dingen die ze verteld hebben. De mensen zien er ineens allemaal wat meer uit als je familie, het eten is bekend en heerlijk. Mijn broer en ik zijn allebei vrij rustig. Dat alles wat minder haastig en gejaagd ging, vonden we allebei fijn. Het was heel bijzonder omdat we in Indonesië zo ver weg van huis waren maar het toch veel herkenbaars had en we ook wat gewoonten van onze grootouders konden plaatsen. Indonesië voelt toch ook als een stukje van mijn geschiedenis.

Wanneer voel jij je meer Indisch?

Eerst voelde ik me meer Indisch als we met de familie bij elkaar waren, en besefte dat het er bij Nederlandse families toch net iets anders aan toe ging, met bijvoorbeeld het eten. Nu voel ik me vooral Indisch als andere mensen me erop wijzen dat ik niet ‘gewoon’ Nederlands ben. Bijvoorbeeld na de vakantie als mensen met elkaar vergelijken hoe bruin ze zijn geworden en ik niet mee mag doen omdat ik geen Nederlander zou zijn. In dit soort situaties denk ik dan toch even na wat ik dan eigenlijk wél ben.

Ze vertelde me dat het mijn huidskleur is en ik herinner me nog dat ik daar heel erg van baalde, ik wilde helemaal niet bruin zijn.

Hoe was dat voor jou vroeger op school? Met je Indische identiteit?

Toen stond ik er eigenlijk nog helemaal niet bij stil. Ik dacht niet meer dan dat ik gewoon Nederlands was. Alleen wat uiterlijk betreft vond ik het soms verwarrend. Ik wist wel van andere kinderen die er iets anders uit zagen dat ze bijvoorbeeld Vietnamees en Turks waren, dat was logisch. En soms merkte ik dat ik er zelf ook een beetje anders uit zag. Een beetje raar verhaal maar ik weet nog dat ik een keer echt heel hard mijn handen aan het wassen was en dat mijn moeder tegen me zei dat het al lang schoon was. Vervolgens wees ik naar mijn handen en zei dat het nog helemaal zo bruin was. Ze vertelde me dat het mijn huidskleur is en ik herinner me nog dat ik daar heel erg van baalde, ik wilde helemaal niet bruin zijn. Ik begreep ook niet zo goed waarom mijn huidskleur donkerder was dan die van anderen. Verder noemden kinderen me wel eens Indiaan en dat vond ik dan vreemd. Voor mijn gevoel was ik gewoon echt Nederlands. Dat mijn opa soms verhalen vertelde over in de jungle en mijn oma meteen met tijgerbalsem aankwam als ik een keer hoestte zag ik niet als anders. Als kind denk je daar niet zo bij na.

Verdwijnt de Indische cultuur of is het springlevend, en denk je dat het een toekomst heeft?

Lastige vraag. Ik denk wel dat het steeds iets minder wordt. Hoewel ik wel hoor dat er nog steeds veel Indische festivals zijn, Pasar Malams en mijn opa was bijvoorbeeld lid van Indische verenigingen, ging naar een Indische kerk. En er is vast nog meer wat ik niet ken. Maar als ik naar mijn eigen situatie kijk merk ik dat de Indische cultuur in mijn leven steeds minder wordt en ik zelf waarschijnlijk al veel minder zal kunnen doorgeven aan de volgende generatie. Het is vooral minder sinds mijn opa is overleden, hij sprak er het meest over en was er het meeste mee bezig. Maar ook omdat het contact met de familie nu gewoon wat minder is. Ik weet niet hoe het bij andere Indische families is maar ik ben er wel heel nieuwsgierig naar.

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doneer een kleine donatie aan het huidige Crowdfunding project .