Rene Vermaes

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier

(54) Beroep: Docent muziek/muzikant. Woonachtig in Beek en Donk, twee kinderen, getrouwd.

Toen je hoorde van het ‘Twijfelindo-project’ wat was je eerste gedachte daarbij?
Ik vond het een fascinerende titel. Twee kanten: Ben ik een Indo, en in hoeverre nog? Alleen mijn vader is Indo. Sinds de dood van mijn oma, bij wie we altijd samen kwamen in Nijmegen, heel de familie samen eten, samen muziek maken etc., is het Indo-zijn verwaterd. In die zin twijfel. Andere kant als karaktereigenschap (van veel Indo’s): altijd willen ‘pleasen’, sociaal wenselijk zijn. Dat kreeg ik van huis uit van mijn vaders kant erg mee.

Mensen raden nooit waar je vandaan komt neem ik aan?
Veel Indische mensen zien het wel. Andere mensen denken er niet over na.

Noem je dat wel eens, dat je Indisch bent?
Ja. Heel vaak bij het voorstellen aan nieuwe klassen vertel ik dat mijn vader uit Java komt.

Hoe zijn de reacties daar meestal op?
Soms verbazing, soms herkenning. Vaak vertellen leerlingen aan wie je het ook niet kan zien welke familieband via ouder of grootouders zij met Indonesië hebben of andere etnische achtergrond.

Kun je aangeven hoe Indisch je bent, waar je ouders, grootouders vandaan komen?
Mijn vader is van Jogjakarta, zijn ouders ook. Een oom heeft onderzoek gedaan naar de familiebanden en van mijn opa’s kant komen ze uiteindelijk uit Noord-Holland. Van mijn oma’s Schiltz kant komt de familie uiteindelijk uit Luxemburg.

Heb je je grootouders nog gekend?
Mijn oma wel heel goed. Mijn opa overleed toen ik vier was. Mijn oma woonde in een groot huis aan de Groesbeekseweg in Nijmegen. In dat huis woonde ook nog een ongetrouwde, nogal teruggetrokken zus van haar. Je kwam niet vaak in haar kamer, maar haar kamer was vol met spulletjes en foto’s uit Indië. Ook woonde daar een zus van mijn opa, tante An, die werkte nog lang door als verpleegster. Elk weekend waren we daar, ook toen we al in Eindhoven woonden. Alle ooms en tantes, mijn vader had tien broers /zussen, en neefjes kwamen daar ook. Er was altijd eten in de keuken, de hele dag door. We aten als kinderen op de trap.

Vertelde je oma wel eens over Nederlands-Indië?
Het ging niet expliciet over Indië, wel vaak over mensen uit die tijd en wat ze deden en wat er van hen geworden was. Mijn vader had nooit verhalen over Indië. Hij wilde aanvankelijk ook nooit meer teruggaan omdat hij zich schaamde omdat ze het daar zo goed hadden en alles in de steek lieten toen het moeilijk was. Volgens mij mistte hij het wel. Het meeste over Indië hoorde ik toen ik ouder was vooral van mijn Indische tantes en ooms. Een oom die het meest terug is geweest en ook de familiebanden uitzocht, heeft alle verhalen van zijn broers en zussen gebundeld en op internet gezet. Het zijn vooral verslagen uit de tijd van de kampen. De jongens zaten in een ander kamp dan de moeder, meisjes en kleinste kinderen. Opa was opgepakt en meegenomen naar Japan.

Ben je al een keer naar Indonesië geweest?
Nee. Mijn dochter is toevallig dit jaar in de meivakantie twee weken geweest. Ze heeft zich er altijd in verdiept. Het staat nu niet meer boven aan mijn lijstje van reisbestemmingen. Ik had er met mijn vader naartoe willen gaan. Hij heeft MS en zit nu in een rolstoel, dus dat gaat niet meer. Gelukkig heeft hij het nog wel allemaal aan mijn moeder kunnen laten zien toen hij nog ter been was.

Hoe is het dan met je dochter gegaan. Heb je het er met haar over?
Ze is gaan kijken naar oude plekken die voor de familie belangrijk waren. Ze heeft zich zelfs in de taal verdiept met een oude Teleac-cursus.

Zijn er momenten wanneer je meer Indisch voelt?
Ik heb vooral in de muziek veel Indische vrienden, medemuzikanten met dezelfde smaak. Ook daarbuiten. Mijn broer is ook weer met een Indisch meisje getrouwd. Ik ben peetoom van een kind van een Indische vriendin terwijl ik geen familie ben. Indisch voel ik me vooral als mijn of onze gewoonten opvallen bij andere mensen. Bijvoorbeeld als er een feest is waarbij tantes eten meenemen. Veel Blanda kennissen zien dat als een belediging voor de gastvrouw of raken in de stress als niet alleen de genodigden komen maar als die ook nog eens een hele aanhang meenemen.

Hoe heb je je Indische identiteit vroeger op school ervaren?
Ik zat in Eindhoven op de lagere school. Bij ons in de buurt en dus ook in de klas zaten best wel veel Indische kinderen: een stuk of vijf hadden we er in de klas. Het was niet bijzonder. In 1968 kwamen kinderen uit Tsjecho-Slowakije, en wat later kinderen uit Suriname, en die vielen veel meer op. Later, op de middelbare school kwamen we in een klein dorpje te wonen, Aarle-Rixtel. Daar werd mijn vader aangezien voor Turk of Marokkaan. Terug in de tijd. In dat dorp was ook nog een aparte jongens en meisjes basisschool, en dat in 1975!

Je bent muziekleraar en vraag me af heb je een binding met een instrument, iets tastbaars dat je verbindt.

Ik heb drie vrienden die (los van elkaar) allemaal een Angklung meenamen voor mij uit Indonesië.  Ik heb zelf ooit een Angklung van twee octaven op de kop kunnen tikken. Ik heb die laatst nog gebruikt bij de afscheidsviering van de moeder van een van mijn Indische muziek kennissen. Ook bij de bruiloft van mijn broer en zijn vrouw (ook Indisch) hebben we het bij de huwelijksvoltrekking in de muziek gebruikt. Van een Joodse vriend die een antiquariaat heeft, kreeg ik hele oude bundels met krontjongmuziek.

Verdwijnt de Indische cultuur?
Het verbaast me dat op de site van Hoezoindo mensen van jouw leeftijd daar nog zo mee bezig zijn. Ik merk ook dat leerlingen ermee bezig zijn.  Ik kreeg wel eens lempers. Een andere leerling nam me het kwalijk dat ik een Toyota had. Immers, Indo’s rijden niet in een Japanner. Bij veel Indische vrienden en hun kinderen zie ik dat het Indisch verleden toch wel gekoesterd wordt. Ik weet niet of het uitsterft, het zal wel steeds meer verwateren. Kleine groepen zullen wel dingen bewaren.

Misschien is mijn dochter wel een goed voorbeeld. Hoe komt het dat zij daarmee bezig is gegaan? Ze heeft het altijd gehad. Al op de lagere school hield ze spreekbeurten over Indonesië. Ze durfde mijn vader ook veel rechtstreekser te vragen over vroeger in Indië.  In onze huiskamer hangt een hele grote zwart-wit foto van het silhouet van mijn oma (gemaakt door Willebrord de Winter). Ik vind het wel heel leuk dat ze die interesse heeft.

Hoe eet jij je rijst?
Met een lepel.

Heb je nog een lievelingsgerecht?
Lemper, maar ik vind alles lekker. Ik at altijd lempers van de toko in de kelder van een winkelcentrum in Eindhoven. Toen die verdween besloot ik het zelf te gaan maken. Via het filmpje van Monique op Youtube kwam ik bij Hoezoindo terecht.

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier