Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project

Bianca Samethini

(35) Beroep: Schrijfster, redactiewerk en communicatieadvies.

Toen je hoorde van het ‘Twijfelindo-project’ wat was toen je eerste gedachte?
Supergoed! Het is het perfecte antwoord op de vraag die mensen mij vaak stellen: ‘Wat ben jij eigenlijk?’ Ik antwoord dan dat ik een Indische vader en een oer-Hollandse moeder heb, waarop de meeste mensen zeggen: ‘Oh, maar je ziet er helemaal niet Indonesisch uit.’ Dat klopt, want dat ben ik niet. Er is nog veel onduidelijkheid over Indisch-zijn. Het project Twijfelindo legt dat mooi uit.

Raden mensen dat jij Indisch bent?
Indische mensen wel. Anderen niet. Die zien wel dat ik niet 100 procent Nederlands ben, maar zoeken het dan in een voor hen bekende hoek. Vaak Zuid-Europese landen. Italiaans, Spaans, Grieks, ik heb al van alles gehoord. En de laatste jaren knik ik vaker beleefd ja bij de eerste gok. Ik ben het uitleggen beu.

Hoe Indisch ben je?
Gewoon, Indisch. Mijn vader is geboren in Jakarta. Mijn opa komt uit Bandung en mijn oma uit Surabaya. Toen mijn opa en oma eind twintig waren, zijn zij met mijn vader, zijn tweelingbroer en hun oudere broer naar Nederland vertrokken. Daar kregen ze nog een zoon. Mijn moeder is oer-Hollands: blonde haren, blauwe ogen en roze wangen. Geboren en getogen in Den Haag.

Heb je jouw grootouders goed gekend?
Heel erg goed zelfs. Ik ben echt met hen opgegroeid en daarvoor ben ik heel dankbaar. Mijn oma is twee jaar geleden overleden en haar heb ik dus nog lang om mij heen gehad. Ze is er nog steeds, maar niet meer hier.

Wat vertelden jouw opa en oma over Nederlands-Indië?
Ze vertelden over het eten, de lekkere vruchten, de geuren van die vruchten en de juiste smaak ervan. Over het klimaat, hoe heerlijk dat was en wat je dan droeg, bijvoorbeeld een ‘jumper’, een ‘hansop’ of een ‘short’. Dat soort termen. Over de feestjes, de ‘fuiven’, en over de baboes, de bedienden. Heel veel mooie verhalen over het land dat ze achterlieten.   

Werd er bij jou gezwegen als het Indisch zwijgen?
Nou, meer Indisch krijsen. Maar er wel werd wel gezwegen over dingen rondom de oorlog. Soms vertelde mijn oma wat. Dat werd meer toen ze ouder werd. Maar mijn opa zweeg, liep weg en zei: ‘Ach, laat het toch, vrouw’. Over het leven in Nederlands-Indië zwegen ze niet. Er waren veel foto’s en verhalen. Mijn oma, tantes en ooms vertelden daar heel levendig over, met gebaren en typische uitdrukkingen. Aanstellerig of stoer. En uiteindelijk moesten ze dan heel hard lachen. Zeiden ze iets van: ‘Aduh, wat waren wij branie nyaaa’.

Welke verhalen of foto’s blijven je bij?

Eén foto specifiek. Die is genomen vanaf de boot naar Nederland. Je ziet dan veel mensen op de kade staan. Zwaaiend. Soms met een zakdoek. Tussen die mensen staat een broer van mijn oma in een typische houding, zo’n beetje schuin hangend op een been. Stoer, nonchalant, beetje vrouwelijk ook. Die foto wil ik graag hebben.

Ben je wel eens naar Indonesië geweest?
Ik ben net terug uit Bali. Ik weet niet of dat het echte Indonesië is. Ik herkende geuren, geluiden en manieren, gegiechel en een bepaald loopje. Slipper aan, slipper uit. Geslof. En de taal natuurlijk. Maar ik voelde me op Bali vooral een echte toerist. Vervreemdend gevoel. Misschien wel een mespuntje van het gevoel dat mijn grootouders hadden toen zij in de jaren ‘50 het land waar zij geboren en getogen waren moesten verlaten.

Wil je nog een keer gaan?
Bali was goed zoals het was. Ik heb er geen stuk van mijn hart achtergelaten of gevonden. Ik herkende wel iets, maar had niet het gevoel van: hier hoor ik thuis. Java en de andere eilanden wil ik zeker nog een keer bezoeken.

Wanneer voel jij je Nederlands of juist Indisch?
Iemand zei laatst: ‘Ik voel me meer Indisch dan Hollands en meer Nederlands dan Indonesisch’. Daar sluit ik me volledig bij aan. Op Bali voelde ik me heel Nederlands, in Nederland altijd Indisch. Ik denk daar niet over na, het is gewoon zo. Op school dacht ik dat iedereen Indisch was. Dat het normaal was dat je een fles water op de wc had of een rijststomer thuis. Dat iedereen saté at en vlees roosterde op de barbecue, ook in de winter. En dat iedereen pisang goreng at en opgroeide met of bij oudooms en -tantes over de vloer.

De vriendinnen die ik zo’n beetje mijn hele leven heb, hebben allemaal een Indische ouder. Dan begrijp je elkaar zonder woorden als het gaat om gewoontes, beleefdheidsvormen of normen en waarden.

Wanneer merkte je dat het anders was bij jou thuis?
Als je ergens speelde en je moest wachten omdat die persoon ging eten met het gezin. Of je werd naar huis gestuurd. Je kunt nu niet meer zeggen dat dat ‘echt Nederlands’ is, maar toentertijd maakte het voor mij wel het verschil. Ik werd daar verlegen van, ongemakkelijk. Bij mij at iedereen altijd mee. De vriendinnen die ik zo’n beetje mijn hele leven heb, hebben allemaal een Indische ouder. Dan begrijp je elkaar zonder woorden als het gaat om gewoontes, beleefdheidsvormen of normen en waarden.

Wat trakteerde je als je jarig was?
Op school gewoon wat andere kinderen ook trakteerden. Thuis vierden we mijn verjaardag altijd met de familie. Dan kookten mijn oma, mijn oudtante en mijn moeder. Sayur lodeh van oma, semoor daging van mijn moeder, nasi kuning van mijn tante en de bami van mijn opa. De ouderen kregen als eerste een bord, en als iemand veel of meerdere keren opschepte, klonk het: ‘Rakus nya dese.’

Is je Indische gevoel meer geworden of minder?
Ik heb me altijd Indisch gevoeld. Het gesprek erover is veranderd. Dat heeft met verandering van omgeving te maken, denk ik. Laatst vroeg een Hollandse vriendin me uit te leggen waarom Indisch anders is dan Nederlands. Op mijn voorbeelden zei zij: ‘Dat hoeft niet te zijn omdat je Indisch bent. Een persoon zonder Indische achtergrond kan dat ook zo voelen.’ En dat is zo. Is het echt anders, of maak ik het zelf anders? Hoe dan ook, voor mij is het echt anders. Dat zit in de kleine dingen. En dát is weer moeilijk uit te leggen aan iemand die niet Indisch is.

Heb jij iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Ik heb een houten handbewerkte dekenkist thuis. Mijn opa en oma namen die mee naar Nederland. En een opgezette zeeschildpad die nu misschien zwaar illegaal is. Vroeger was ik doodsbang voor dat beest dat boven de deur hing bij mijn grootouders. Ze maakten me er bang mee, maar stelden me ook gauw gerust door te vertellen dat hij geluk bracht. De kist en de schildpad zijn de enige twee items die ik graag wilde hebben uit het huis van mijn opa en oma.

Verdwijnt de Indische cultuur of is hij springlevend?
Ik denk dat hij verdwijnt. Het land van mijn opa en oma en mijn vaders familie, en die generatie Indo’s, bestaat niet meer. Dat land is meegenomen naar Nederland, inclusief de bijbehorende muziek, feestjes, dansjes en gerechten. Mijn vaders generatie stoot het Indisch-zijn af of hangt het aan. Er lijkt geen middenweg te zijn. Terwijl ik merk dat mijn generatie er erg mee bezig is, juist trots is en het uitdraagt.

Hoe is dat over dertig jaar?
Over dertig jaar is Nederlands-Indië nog meer dan nu het land van de verhalen. Prachtige verhalen over wanna-be prinsen en prinsessen in het land van sawa’s en klapperbomen. Hopelijk een levend verhaal. Maar zoals mijn oma of ooms en tantes vertelden is moeilijk te evenaren. Van mond tot mond verliest een verhaal iets van zijn waarde. Tegelijkertijd komt er ook weer wat bij. Het is sowieso de basis voor mooie sprookjes.

Hoe eet jij je rijst?
Met een lepel.

Heb je een lievelingsgerecht?
Zoveel. Maar als ik het nu moet zeggen, is het bami van mijn tante of opa, sayur lodeh en sambal goreng tempeh van mijn oma, en alle Indische koekjes van mijn tante. Vooral risolles en lemper. Oh ja, en natuurlijk cendol om te drinken!

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier