Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier

Beroep: Fondsenwerving en communicatie.

Toen jij voor het eerst hoorde over dit ‘Twijfelindo-project’ wat was toen jouw eerste gedachte?
Ik heb een aantal jaar geleden het boek MIX gekregen, over mensen met een gemengde achtergrond. Vooral jongeren waren dat. Het is niet iets wat dagelijks terugkomt, maar het speelt wel. Ik ben nu 40, mijn vader is op zijn 40ste overleden. En de laatste tijd denk ik, ja… ik zou er eigenlijk meer mee willen doen, ook voor mijn kinderen. Die groeien heel Nederlands op en zijn niet zichtbaar Indo. Ik vind het wel leuk om ze nog wat mee te geven van wat ik in mijn jeugd nog heb meegekregen. Toen kwam dit voorbij en ik dacht: o ja, leuk.

Hoe Indisch ben je?
Mijn vader is geboren in Semarang. Mijn oma was Indonesische. Mijn opa was KNIL-militair, een Nederlander. Dus mijn vader was half. Ze zijn begin jaren ‘50 naar Nederland gekomen. Er waren toen alleen nog mijn vader, mijn oma en opa. En al mijn andere ooms en tantes, zoals de moeder van Thomas, die ook in dit boek staat, zijn allemaal in Nederland geboren. En mijn moeder is gewoon Nederlandse. Dus ik ben kwart. Ik heb nog een hele schare aan Indische tantes en één oom. Mijn oma is inmiddels allang overleden. Zij zorgde ook veel voor ons, met name toen ik kleiner was, dus daar heb ik nog wel veel van meegekregen.

Wat gaf zij mee aan Indische dingen?
Nou ja, eten vooral. Eten (lacht), dat echt het meest. En de kleine dingen. Sowieso de hele schare tantes die geen tante waren, ooms, ze maakten deel uit van een hechte Indische gemeenschap. Maar mijn opa had toch wel een behoorlijke klap gehad van de hele periode daarvoor. Hij was weeskind en had daar psychisch wat van meegekregen. Bij mijn vader thuis werd geen Bahasa gesproken, er werd zoveel mogelijk geprobeerd om Nederlands op te groeien. Maar het hele huis was natuurlijk vergeven van de Indische batik en wayang en noem maar op. Ik ben mijn hele jeugd ook met familie opgegroeid. Bij iedere gelegenheid kwam die bij elkaar. Dan werd er gegeten, gepraat, gelachen en muziek gemaakt. En dat is sinds een jaar of tien wat minder. Je merkt dat het een beetje uit elkaar valt, neven en nichten worden allemaal groter, hebben hun eigen leven. En het werd ook wel heel erg beïnvloed door mijn oma. Na het overlijden van mijn vader ook, werd dat gewoon minder.

Mensen raden niet vaak dat je Nederlands-Indische roots hebt?
Jawel, het is meestal een van de eerste dingen die mensen raden. Ik krijg regelmatig de vraag: ‘Joh, waar kom jij eigenlijk vandaan?’ Hier in Nederland sowieso, omdat het gewoon zo in het referentiekader van mensen zit, Indisch.

In het buitenland kan het van alles zijn: Spaans, Italiaans, Frans…

Wat is jouw antwoord daarop?
Dat mijn vader uit Indonesië komt of dat ik een Indische achtergrond heb.

Ben je al een keer naar Indonesië geweest?
Ja, bijna vijftien jaar geleden heb ik tweeënhalve maand rondgetrokken. Op dat moment was het voor mij niet hét moment om uitgebreid naar Java af te reizen. Ik heb daar nog familie. Thomas, zijn broer en mijn tante zijn nog wel heel hecht met hen. Ik heb dat minder. Ik heb er toen voor gekozen om hen niet te bezoeken. Dus ik heb wel een aantal eilanden gezien, maar geen familie bezocht. Ik heb op Java alleen Surabaya gezien. Op het moment dat je aankomt, zie je echt nog zoveel Nederlandse invloeden in de bouwstijlen.

Waarom ging je eigenlijk naar Indonesië?
Omdat het me trok. Ik vond het bijzonder dat er toch herkenning was, ondanks het feit dat er geen familiebezoek plaatsvond, en ik nauwelijks op het eiland waar mijn vader en oma vandaan kwamen ben geweest. Indonesië als land, en Indonesiërs nu, is niet wat ik herken van mijn oma en van vroeger. Dat is toch anders. Maar ik was bijvoorbeeld op Sulawesi, ergens in een klein plaatsje in een winkeltje, en daar kwam een oudere vrouw naar me toe die vroeg waar ik vandaan kwam. Toen ik zei dat ik uit Nederland kwam, begon ze in het Nederlands.. dat hele mooie jaren ‘40-’50 Nederlands. En ze zei op een gegeven moment tegen mij: ‘Ah, pienter’. (lacht) En toen dacht ik: nah, is precies mijn oma! Het is echt zo grappig om dat te herkennen. Het eten.. Ik zou het echt heel graag nog een keer willen doen, maar dan Java en Semarang, samen met mijn kinderen.

Zijn er momenten wanneer je je meer Indisch voelt?
Wel dat ik me minder Nederlands voel. Maar dat heeft minder met Indisch-zijn te maken. Ik merk dat ik door mijn gemengde achtergrond op een andere manier naar Nederland kijk. Ik voel me ook niet Indonesisch, of Indisch. Ik zit overal een beetje tussenin. En momenten dat ik me echt meer Indisch voel hebben meer te maken met mijn familie. Als dan iedereen bij elkaar is en ik mijn tantes zie, dan denk ik: o ja… Dat gevoel. Maar dat is meer gerelateerd aan mijn familie en mijn achtergrond.

Hoe heb jij je identiteit vroeger op school ervaren?
Ik heb hem nooit echt uitgedragen. Mijn vader is overleden toen ik 14 was en ik weet dat hij op mijn 12de voor het eerst naar Indonesië is geweest. Mijn overgrootmoeder leefde toen nog en hij wilde haar heel graag zien voordat ze zou overlijden. En hij zat net in een fase… Mijn tante bijvoorbeeld, de moeder van Thomas, heeft heel sterk op een gegeven moment die drive gehad om meer van haar achtergrond te leren kennen. Mijn vader heeft dat nooit gehad, ook omdat hij jong is overleden, ik denk dat hij daar anders wel gevoelig voor was geweest.

‘Goh, heb jij helemaal geen (lacht) ‘normale’ vriendinnen? Nou ja, ik bedoel, gewoon Nederlandse vriendinnen.’ Ik dacht: waar héb je het over? Maar toen dacht ik: o ja… ik heb heel veel half Indische, Surinaamse, mixed mensen om me heen. En dat is geen bewuste keuze of zo, maar iets wat je blijkbaar aantrekt.

Het begon bij mij net te komen en met zijn overlijden is dat een beetje stil komen te liggen. Dat was mijn Indische link, afgezien van mijn oma. Dus ik heb dat nooit zo uitgedragen. Ik zat op hele blanke scholen, met hele Nederlandse kinderen. Ik voel me niet echt helemaal Nederlands, en heb dat op school ook altijd wel gehad. Ik ben tien jaar geleden naar Den Haag verhuisd en leerde daar een meisje kennen uit een Nederlands gezin met Nederlandse vriendinnen, alles erop en eraan. Ik gaf een feestje voor mijn verjaardag. Er waren allemaal vriendinnen van mij uit Utrecht, waar ik vandaan kom. En zij zei achteraf tegen mij: ‘Goh, heb jij helemaal geen (lacht) ‘normale’ vriendinnen? Nou ja, ik bedoel, gewoon Nederlandse vriendinnen.’ Ik dacht: waar héb je het over? Maar toen dacht ik: o ja… ik heb heel veel half Indische, Surinaamse, mixed mensen om me heen. En dat is geen bewuste keuze of zo, maar iets wat je blijkbaar aantrekt.

Speelt het nu nog een rol in je werk?
Nee, niet echt. Omdat ik veel internationaal werk, geeft het me denk ik wel het voordeel dat ik wat makkelijker kan schakelen, ook tussen culturen. Maar het is niet bewust. Over Twijfelindo’s gesproken: ik heb een ex-collega… Zij ziet er heel Nederlands uit, maar ze heet Dewi. De eerste keer dat ik haar zag, dacht ik: Dewi? Huh, Indo. Ik zei dat tegen haar en zij zei: ‘Niemand weet dat.’

Heb je misschien iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Nee. Dat vind ik eigenlijk wel jammer. En dat heeft ook te maken met mijn vader. Kijk, als ik denk aan tastbaar en het Indisch-zijn, dan denk ik aan mijn vader, aan zijn gitaar. Hij zat in zo’n typisch Indo-bandje in de jaren ‘60. Maar echt hele tastbare herinneringen… nee. Het enige wat ik heb, tastbaar, is een shirt uit Indonesië, een T-shirt. Heb ik gekregen toen ik 12 was. Mijn vader was in Indonesië geweest, en kocht het voor me in Semarang. Er staat ook op: Semarang. Dat kan ik nog steeds aan (lacht), dus dat draag ik nog wel eens.

Verdwijnt de Indische cultuur of is hij springlevend?

Ik zit er teweinig in om er een gefundeerde mening over te hebben. Heel veel mensen, met name Nederlanders, denken dan aan Indonesië, maar Indonesië is een totaal ander land met een eigen cultuur. En Indisch is toch een combi tussen Nederland en, nou ja… Nederlands-Indië.

Met het verdwijnen van generaties, wordt het wel lastig om hem te handhaven. Ik zie het in Den Haag, dat is toch een beetje het epicentrum van Indisch Nederland. En als je dan kijkt naar de Pasar Malam, wat nu de Tong Tong Fair is, daar komen nog steeds veel mensen. Ik vind het altijd heel leuk, echt anderhalve week zie ik allemaal mensen rondlopen die op mijn oma lijken, maar ook wel veel meer Nederlanders. Het is echt nog wel tastbaar, en daarom vind ik het ook zo mooi om het nu aan mijn kinderen mee te geven. Dat ze het toch een beetje meekrijgen.

Hoe geef je dat dan mee aan je kinderen?
Nou, ze zijn nog heel klein hoor, vijf en zeven, dus het is best lastig om het erover te hebben. Ik heb het er met mijn zoon wel over, dat opa uit Indonesië komt. Ik heb twee zussen, mijn jongste zusje is blond, blauwe ogen, mijn andere zus is ook donker, maar dan weer anders dan ik. Goed, mijn ene zusje is getrouwd met een Sri Lankaan, de ander met een Turk… Onze hele familie is een grote mix. Ik probeer mee te geven waar oma vandaan komt, waar opa vandaan kwam. Maar ja, ik heb weinig verhalen. Ik moet me daar ook meer in verdiepen, eigenlijk vooral via mijn tantes. Ik ben al een hele tijd van plan om ze daar ook gewoon vaker mee naartoe te nemen.

Hoe eet jij je rijst?
Gekookt (lacht). Ik kook droog, met een vingerkootje water. Als ik ergens ben, dan ben ik echt fan van longtong. Ik kook mijn rijst netjes droog, maar niet met een stomer… maar het gaat goed. Het grappige is dat ik het van mijn moeder heb geleerd. Mijn moeder is Nederlands, die heeft Indisch leren koken van mijn oma. Ze heeft een hele bak met recepten die ze nog van mijn oma heeft gekregen. Maar die kan inmiddels gek genoeg niet meer droog koken. Ik was laatst bij haar en toen ging ze rijst afgieten. Ik zei: ‘Wat doe jij nou?’ Ze zei: ‘Ja, dat lukt me niet meer hoor, droog koken.’ Ze is het verleerd op de een of andere manier.