Toen je van dit ‘Twijfelindo-project’ hoorde, wat was toen je eerste gedachte?

Toen ik het voor het eerst hoorde dacht ik : Dat is echt wat voor mij, omdat ik een Twijfelindo ben. Mensen denken vaak dat ik Zuid-Europees ben. Alleen de Indischen herkennen de Indischen. Maar helaas was de inschrijvingstermijn al voorbij om mij op te geven. En toen kwam Leroy Woudstra van Indosbelike ermee en ik was blij dat ik nog mee kon doen.

Hoe Indisch ben je?

Tja, wat is Indisch? Ik heb het meegekregen van vroeger dat alles gevierd werd met eten. Wij als kleinkinderen zijn bij mijn opa en oma echt opgegroeid als broertjes en zusjes. Elk weekend was de hele familie bij elkaar, alle ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Ik denk dat dat ook iets Indisch is.

Zijn jouw beide ouders Indisch?

Nee, mijn vader is Indisch en mijn moeder was Nederlandse.

Waar komen je ouders of grootouders vandaan?

Mijn vader is geboren in Nieuw-Guinea, Hollandia Haven. Mijn oma komt uit Semarang en mijn opa uit Surakarta. Ze zijn rond 1955 met de boot naar Nederland gekomen. Mijn vader is in 1952 geboren, dus hij was nog erg jong toen ze vertrokken. Mijn oma is samen met drie kinderen op de Sibayak naar Nederland gereisd. Mijn opa was soldaat bij het KNIL, die is hen later met het vliegtuig gevolgd.

Leven je Indische grootouders nog?

Nee, maar ik heb ze beiden gelukkig nog wel goed gekend.

Hebben je ouders of grootouders verteld over het leven in Nederlands-Indië?

Nee, ik weet dat ze daar een traumatisch verleden hebben liggen. Mijn opa was geïnterneerd in een Jappenkamp en mijn oma heeft in een vrouwenkamp gezeten. Ze spraken er nooit over. Mijn opa was een hele stille man, die was vrijwel alleen in de keuken te vinden boven de potten en pannen. Hij lachte vaak in zichzelf, hij was een hele rustige man en bemoeide zich met niemand. Hij vond het leuk om de katten uit de buurt te plagen. Dan bond hij een stukje worst aan een touwtje en wachtte net zo lang totdat er een kat voorbij kwam zodat hij het touwtje weg kon trekken. En dan had hij lol… Vind ik ook wel iets typisch Indisch, dat plagen.

Wij konden er ook niet naar vragen, en nog steeds niet. De ooms en tantes die er nog zijn willen er ook niet over praten. Via mijn werkgever Nusantara krijg ik cursussen aangeboden die het Indische verleden vertellen, en als ik daarover begin in de familie stuit ik op weerstand. Ze willen het niet horen en ze willen ook niet weten wat hun ouders daar hebben meegemaakt. Dat is nog best wel taboe.

Alleen mijn vader begint zich nu te interesseren voor het verleden van zijn ouders. Over drie jaar gaat hij met pensioen en dan wilt hij de REIS gaan maken. Hij wil zien waar hij geboren is en waar zijn ouders vandaan kwamen.  Ik denk dat het ook met leeftijd te maken heeft. Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij zich kan inleven in wat zijn ouders hebben moeten doorstaan. En misschien heeft het er ook mee te maken dat ik er nu veel mee bezig ben. Mede door mijn werk begin ik mij steeds meer te verdiepen in ons erfgoed, en het kan zijn dat dat ook een vlammetje bij hem heeft aangewakkerd.

Ondernemen jullie samen wel eens iets?

Ja zeker, ook vanuit mijn werk worden er veel Indische activiteiten georganiseerd, zoals een satédag en Pasar Malams. Daar neem ik hem mee naartoe en dan parkeer ik hem naast een andere oude Indo, dan kunnen ze lekker kletsen. Ook worden er vanuit een andere stichting geregeld Indische rijsttafels georganiseerd, waar mensen met een Indische achtergrond tegen een kleine vergoeding gezellig samen kunnen genieten. Ik heb tegen mijn vader gezegd: Schrijf je in als vrijwilliger, is leuk! En dat wilt hij nu ook gaan doen.

Ben je al eens naar Indonesië geweest?

Ja een keer, heel toeristisch naar Bali. Het was geen roots-reis, maar ik wil nog wel graag een keer uitzoeken waar mijn grootouders allemaal geweest zijn om zo die roots-reis te gaan maken. Ik was dit jaar op de veteranendag op het Malieveld in Den Haag, en daar sprak ik een man die mij vertelde dat er nog heel veel informatie verborgen ligt in het Nationaal Archief in Den Haag. Hij zei:  Als je met de namen van je opa en oma daarnaartoe gaat, kun je nog heel veel informatie achterhalen. Dat wil ik nog graag gaan doen.

Wanneer voel jij je meer Indisch of juist Nederlands?

Zeker met wat er nu allemaal aan de hand is in Nederland, met al die kritiek en negativisme naar vluchtelingen toe, voel ik mij meer Indisch. Dat spreekt mij enorm aan, ik heb altijd het gevoel dat ik die mensen moet verdedigen op een of andere manier. Onze voorouders zijn ook niet echt welkom geheten toen ze aankwamen in Nederland en uiteindelijk ook als oorlogsslachtoffers naar Nederland gekomen. Dus dan voel ik mij meer Indisch en neig ik naar de kant van de underdog. Ik kan echt op mijn achterste poten gaan staan wanneer veel Nederlanders zeggen dat de grenzen dicht moeten, ik kan daar met mijn hoofd niet bij wanneer mensen zulke dingen roepen.

Hoe ervaarde je dat op school en later op je werk?

Ik ben opgegroeid in Huizen, dat was best wel een blank dorp in die tijd. Er waren een aantal Molukkers, Indo’s en Marokkanen. Ik weet nog heel goed dat ik voor mijn verjaardag mocht uitdelen in de tweede klas van de lagere school, en dat mijn tante een hele bak pisang goreng had gemaakt.

Niemand nam.

Toen dacht wel van: Nou, oké, wat is er zo anders?

Pisang goreng was voor mij heel normaal, het was mijn favoriete zoetigheid in die tijd, dus mijn tante had een hele bak vol gemaakt. Maar dat was voor hen vreemd en onbekend.

Op mijn tiende zijn we verhuisd naar Almere, wat een ontzettend multiculturele stad is, dus daar voelde ik mij minder vreemd. De eerste dag van de middelbare school zag ik dat er een Indisch meisje in mijn klas zat, en er was gelijk een blik van verstandhouding en herkenning. Tot op de dag van vandaag zijn we nog hele goede vriendinnen. Ik denk dat de Indischen elkaar toch wel herkennen en opzoeken.

Ook op mijn werk als verzorgende voor Indische en Molukse ouderen bij stichting Nusantara merk ik dat het wel iets extra’s toevoegt dat ik ook een Indische achtergrond heb. Ik denk dat ik meer begrip kan opbrengen. Ik snap beter wat ze bedoelen zonder dat ze het hoeven zeggen. Op een ander gevoelsniveau. Ik kan toch op een manier met ze omgaan die zij als prettig ervaren. Zoals de bescheidenheid waarmee ik mij in eerste instantie opstel, zorgen dat ze mij eerst kunnen vertrouwen. Dat stukje mist soms bij mijn ‘Blanda’-collega’s .

Die bescheidenheid en dat geduld wordt wel gewaardeerd door hen, en op de een of andere manier verwachten ze dat ook.

Ik vind dat ik rekening moet houden met het stukje wantrouwen dat zij hebben overgehouden uit de oorlogstijd, en dat ik daar heel voorzichtig mee om moet gaan. De Nederlandse mentaliteit is heel ‘in your face’ en direct.  Dat kan wel eens afschrikken, zeker bij Indische ouderen.

Heb je iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Ja, ik heb een ring die van mijn oma overgegaan is op mijn tante toen zij 21 werd. En aangezien zij twee zoons heeft, is het op mijn 21ste verjaardag doorgegeven van haar naar mij.

En ik kan niet zonder mijn guling in mijn bed.

Verdwijnt de Indische cultuur of is hij springlevend?

Ik dacht dat hij een beetje aan het verdwijnen was met de derde generatie, zeker in het dagelijks leven om me heen. Maar nu ik zelf meer op zoek ben naar mij achtergrond en roots, en daarbij veel op Pasars kom, merk ik dat hij toch nog wel springlevend is. Ik denk, hoe meer je er mee bezig bent, hoe meer mensen je tegenkomt die er ook mee bezig zijn. Je trekt het dan aan.

De toekomst, de vierde generatie, vind ik moeilijk te voorspellen. Ik geef mijn zoon mee wat ik heb meegekregen en hopelijk doet hij er wat mee.

Het grappige is, mijn zoon is nu twaalf en tot een jaar geleden wist hij niet dat een navel een navel heette… Hij dacht dat het ‘oedel’ was, omdat wij het zo noemen. In dat soort kleine dingen merk ik wel dat wij onbewust de cultuur toch meegeven.

Maar zoals het vroeger was, toen mijn opa en oma nog leefden, zo wordt het niet meer. Daar kon alles en dat was de binding die de hele familie bij elkaar hield. Nu dat is weggevallen merk ik wel dat de familie ook een beetje uit elkaar aan het vallen is. En dat blijft eeuwig zonde.

Wat is je lievelingsgerecht of -snack?

Nog altijd pisang goreng, gado gado is ook een van mijn favorieten.. Eigenlijk vind ik alles wel lekker, het is elke keer een feestje. En nu ook op mijn werk, ik mag tussen de middag altijd mee-eten. Wij hebben namelijk een grote keuken waar elke dag wel iets Indisch wordt bereid en dat is echt een luxe. Normaliter worden de Indische feestmaaltijden beperkt tot feest- en verjaardagen bij ons in de familie. Omdat er gewoon door de drukte van alledag weinig tijd is om echt uitgebreid Indisch te koken.

Mij tante belooft al jaren om voor ieder van ons kleinkinderen een boekje te schrijven met familierecepten, maar tot op heden is dat helaas nog niet gebeurd.

Wel heb ik in de loop der jaren mee kunnen kijken in de keukens van mijn familie en kan ik zelf gelukkig ook lekkere Indische gerechten maken.

Wil je zelf nog wat zeggen?

Wat ik wilde toevoegen is dat ik er waarde aan hecht dat onze cultuur voort blijft bestaan. Wij hebben zo’n rijke en mooie geschiedenis, waar veel fijne gebruiken uit voortkomen, en ik vind dat dat behouden moet blijven. Het verhaal van onze voorouders moet verteld en onthouden worden, zodat onze identiteit niet verloren gaat.

Zij hebben veel in moeten leveren en op moeten offeren, en als wij dat in gedachten blijven houden en in ere kunnen houden is het allemaal niet voor niks geweest.

[su_note note_color=”#ffbb66″]Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is inmiddels verkrijgbaar alleen via deze webshop. Schrijf je in op de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van deze serie, blogs en nieuwe vervolg projecten die dit jaar gaan verschijnen[/su_note]