2015: (24) Beroep: Mede-eigenaar drukkerij en digitaal printhuis

Vrijetijd: Zanger en zit in een band.

Toen je van dit ‘Twijfelindo-project’ hoorde wat was je eerste gedachte?

Toen ik erover hoorde vond ik het echt een super tof project. Er zijn heel veel mensen die niet je Indische roots kunnen plaatsen. Als je dan met zo’n boek meer uitleg kunt geven over tweede en derde generatie Indo’s, dan is het alleen maar tof om daaraan mee te werken.

Waar denken mensen dat jij vandaan komt?

Mensen zien niet dat ik Indische roots heb. Ik krijg heel vaak te horen dat ik Zuid-Europees zou zijn, en dan vooral Spaans, Italiaans of Grieks. Ongeveer 80% denkt aan Zuid-Europees, 20% Zuid-Amerikaans, en 10% vermoedt dat ik iets Indisch in me heb.

Wat zeg je zelf daarop?

Dan zeg ik dat ik kwart Indo ben.

Moet je dat wel eens uitleggen?

Mensen zijn zich niet echt bewust van de geschiedenis en snappen niet dat als je kwart Indo bent dat je voor-voorouders gewoon Nederlands zijn. Zij denken dat al je voorouders uit Indonesië komen, en dat is natuurlijk niet waar. Voor de rest hoef ik er niet zo veel over uit te leggen. Ik moet zeggen dat er in mijn omgeving best veel Indo’s zijn en eigenlijk heb ik er daardoor nooit veel over hoeven uit te leggen. Als je zegt dat je Indo bent, dan zeggen ze, ‘Ah ja, nou zie ik het!’ En eigenlijk gaat het gesprek nooit ver door over je Indo-zijn. Behalve als je met oudere mensen praat. Ik heb het gevoel dat oudere mensen hierin meer geïnteresseerd zijn dan jongeren.

Hoe Indisch ben je?

Ik ben kwart Indo, mijn moeder is half en mijn oma vol Indo. Mijn opa heeft gediend in het leger en heeft op een gegeven moment in Indonesië in het Jappenkamp gezeten. Al het Indische is van mijn moeders kant, mijn vader is echt een Utrechtse boer. Dat is dus het stelletje: mijn oma en mijn opa die op een gegeven moment terug naar Nederland zijn gegaan en mijn moeder hebben gekregen, ikzelf, en nu nog het kindje van mijn broer. We hebben een foto met daarop de vier generaties: mijn oma, mijn moeder, mijn broer en zijn kind.

Weet jij wanneer je opa en oma naar Nederland kwamen?

Mijn oma kwam in 1951 met de boot aan. Mijn opa is een jaar later gekomen en in 1953 is mijn moeder geboren.

Leven je Indische grootouders nog?

Mijn opa heb ik nooit gekend. Hij is overleden toen ik twee jaar was. Mijn oma is nog heel fris en bij de tijd en daar kan ik alles nog aan vragen.

Praat je nog met je oma over vroeger?

Ja, heel veel, ik ben heel erg geïnteresseerd in vroeger en ik vind het super tof om verhalen aan te horen van mijn oma. Maar ook heel vaak raak ik alles weer kwijt. Als ik over hetzelfde onderwerp begin krijg ik steeds weer een ander verhaal te horen. Ze haalt niet alles door elkaar, ze heeft een verse herinnering, maar ze laat vaak dingen weg, en die kan ze de volgende keer wel weer vertellen waardoor voor mij het verhaal niet meer logisch klinkt terwijl het eigenlijk veel completer is.

Eerst zegt ze bijvoorbeeld: ‘Ja, ik heb in het Jappenkamp gezeten’ en vertelt dan over het Jappenkamp. Een volgende keer zegt ze: ‘Maar ik heb ook in een ander kamp gezeten’ en een keer daarop vertelt ze dat ze in vier verschillende kampen heeft gezeten. Telkens komt er meer los naarmate je er meer over praat. Daarom probeer ik er ook meer over te praten, zodat ze er ook meer erover gaat vertellen. Want als ik het niet aan haar vraag dan vertelt ze het ook niet.

En heeft ze daar ook moeite mee?

Ze heeft er met mij nooit moeite mee om het erover te hebben. Ze krijgt wel een uitkering als een naoorlogse slachtoffer. Daar krijgt ze wel eens boekjes of dingetjes van over Nederlands-Indië. Maar als ze zo’n boekje krijgt dan geeft ze dat direct weg, want dat hoeft ze niet te lezen. Zoals het in haar hoofd zit, zo wil ze het vertellen, maar ze heeft geen zin om alle ellende van iemand anders te lezen. Het klinkt hard maar daar heeft ze gewoon geen plek voor.

Ben je al eens naar Indonesië geweest?

Nee, het staat wel hoog op mijn lijstje om naar Indonesië te gaan.

En ga je dan voor vakantie of ga je ook iets opzoeken?

Als ik erheen ga, ga ik voor vier of vijf weken. De eerste twee of drie weken, of hoe lang het dan ook mag duren, wil ik plekken opzoeken waar de kampen hebben gestaan als ik het nog kan vinden. Dan ga ik opzoeken waar mijn oma geboren is en waar mijn opa een huis heeft gebouwd. En als er dan nog een week of twee overblijven ga ik vakantie vieren. Maar ik ga in eerste instantie de eerste weken besteden aan de plekken waar ook mijn roots liggen.

Wanneer voel jij je meer Indisch of Nederlands?

Dat vind ik een hele moeilijke vraag. Mijn oma zegt ook altijd: ‘Ik ben net zo trots op dat ik Indo ben als dat ik Nederlands ben en Nederlandse voorouders heb.’ Ik voel mij eigenlijk nog het meest Indo als ik andere mensen probeer duidelijk te maken hoe dat geweest is voor mijn oma en als ik bijvoorbeeld die herdenking bekijk.

Hoe ervaar je dat op school en werk?

Er zaten altijd wel wat meer mensen bij mij in de klas die ook Indo waren. Op school hadden we op een gegeven moment een groepje en ik merkte dat we dan met alleen Indo’s zaten te lunchen. Je moest echt kwart of half Indo zijn anders hoorde je soort van niet bij het groepje. Iets racistisch heb ik nooit meegemaakt. Wel dat de aardrijkskunde leraar eens heeft gezegd van: ‘Aan haar kan je zien dat ze Surinaamse roots heeft en aan hem kun je zien dat hij Indische roots heeft’.

Heb je ooit les gehad over Indische geschiedenis?

Daar zit ik over te denken, omdat ik zo veel van mijn oma heb gehoord. Ik heb geschiedenis al heel vroeg laten vallen op school. Dus ik weet niet of het later ooit nog is besproken. Op de basisschool heb ik het nooit gehad, tenminste niet dat ik weet. En op de middelbare school heb ik geschiedenis laten vallen.

Is je identiteit veranderd toen je naar de middelbare school ging en later in je carrière?

Ik ging er steeds meer over nadenken dat ik kwart Indo was. De verhalen van mijn oma hielden mij bezig. Ik ben anders dan de rest. En dan schreeuw je eerder van de daken dat je Indo bent dan nu, omdat je je wilt bewijzen. Ik hou het nou meer voor mezelf, als iemand ernaar vraagt leg ik het gewoon uit. Ik weet dat ik een keer een shirtje heb gedrukt met Indo. Dat was wel weer een beetje de pubertijd, en ook omdat ik in zo’n groepje zat met allemaal halfjes en kwartjes. Nu heb ik daar eigenlijk niet zoveel last van, het speelt geen rol meer.

Wanneer is het Indische voor jou een rol gaan spelen?

Van jongs af aan ging ik bij mijn oma logeren en vroeg ik ernaar waarop mijn oma mij verhalen vertelde. Misschien ben ik daardoor zo geïnteresseerd gebleven, omdat ze vanaf mijn jongste jaren constant verhalen vertelde. Ik vond het gewoon super vet om te horen. En hoe triest ze soms ook waren natuurlijk. Als ik nu eventjes naar mijn oma ga, praten we altijd over Indonesië. Of mijn oma moet even haar ei kwijt. Het gesprek loopt altijd uit op Indonesië of eten.

Heb je iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Mijn batik patronen tattoo.

Staat dat ook ergens voor?

In principe heb ik het gewoon gedaan voor mijn Indische roots. En het kruisje is omdat mijn oma katholiek is. Dat kruis hebben ze ooit aan mij gegeven, maar ben ik ooit kwijtgeraakt en heb ik op de een of andere manier weer teruggevonden. Toen heeft mijn oma gezegd dat ik hem moest tatoeëren en heb ik dit eromheen gezet. Het is een Garuda vogel, een batik print en hier heb ik een lotus van batik. Waarschijnlijk komt mijn hele arm nog vol met batik, allemaal uit puntjes opgebouwd. Het is ook door een Indo getatoeëerd die alleen maar Indo’s tatoeëert. Dat is wel een ding, als ik mijn tattoo laat zien aan Nederlanders willen ze ook naar die Indo tatoeëerder om een Indische tattoo te laten zetten. Daar kan ik niet zo goed tegen.

Verdwijnt de Indische cultuur of is deze springlevend?

Het ligt er maar net aan hoe je de Indische cultuur zelf beleeft, dat is denk ik per persoon anders. Oma’s kunnen het beste koken en als straks geen oma’s meer zijn, dan kan er niemand meer zo goed koken. Wat betreft de kwaliteit van het eten gaat het dus langzaamaan achteruit. Of iedereen moet zijn kunstje overdragen aan de jonge generatie. En omdat eten natuurlijk wel echt belangrijk is in de Indonesische cultuur, denk ik dat de cultuur wat dat betreft achteruit gaat of je moet genoeg Pasar Malams bezoeken elke week. En qua beleving, denk ik dat het is hoe iedereen er zelf in staat, want het gaat natuurlijk steeds een generatie verder en straks hebben we 1/8ste en 1/16de Indo’s rondlopen, dan wordt het denk ik wel steeds minder.

Hoe eet jij je rijst?

Ik weet dat ik met de hand moet zeggen maar ik eet rijst met de lepel. Vlees eet ik wel met de hand.

Wat is je lievelingsgerecht of -snack?

Spekkoek, tjendol en rendang.

Wil je zelf nog wat zeggen?

Het eerste wat me opvalt is dat elke Indo of muzikaal is of goed kan tekenen. Ik heb nog nooit een halve Indo gezien of een kwart Indo die niet kan tekenen of niet muzikaal is of iets in die richting. Alle Indo’s zijn gewoon creatief in mijn beleving. Het kan toeval zijn maar volgens mij is het gewoon zo.

Ik had net nog eventjes mijn oma aan de lijn voordat ik hierheen kwam. Ik vroeg of zij nog iets zou willen zeggen. En dan komt er wel gelijk uit van ik ben verdrietig over de manier waarop we in Nederland zijn ontvangen. Dat iedereen dacht van die Indo’s worden maar lekker verzorgd in Nederland, die hoeven helemaal niets te betalen terwijl uiteindelijk iedereen zijn salaris in moest inleveren om alles terug te betalen. En dat ze bij Westerbork eigenlijk naast een gaskamer lag. Mensen stonden er ook raar van te kijken dat ze ook Nederlands konden, het Wilhelmus kenden en dat soort dingen. Ze voelt zich echt een vergeten groep. Het gebrek aan waardering, daar heeft ze altijd heel veel verdriet over gehad. Tegenover die Indo’s die daar al zo veel geleden hebben in die kampen. Bij mijn opa werd zijn salaris ingehouden tot de laatste cent voor weet ik niet hoeveel jaar lang, om dat allemaal weer terug te betalen. Dan praat ik niet eens over mijzelf, maar meer voor mijn ouders. Dat is natuurlijk typisch Indo, niet jezelf maar je ouders voorop zetten.

Mijn oma is samen met haar moeder naar Nederland gekomen, tenminste dat denk ik dan. Mijn oma was namelijk 17 of 19 toen ze naar Nederland kwam. Hoe het allemaal echt is, hoe gedetailleerd het allemaal is is voor mij ook telkens een puzzel. Telkens krijg ik weer een klein stukje van een verhaal te horen en zie dat maar eens allemaal aan elkaar te lijmen.

[su_note note_color=”#ffbb66″]Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is onderweg. Schrijf je in op de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van deze serie, blogs en nieuwe vervolg projecten die dit jaar gaan verschijnen[/su_note]