Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier

 Elvira Schotborg
Beroep: Intercedent voor een uitzendbureau.

Toen je van dit ‘Twijfelindo-project’ hoorde, wat was toen je eerste gedachte?

Ik moest even terugdenken omdat ik vier, vijf jaar geleden bij je ben geweest bij de opening, of wat het ook was. Dat vond ik heel interessant en dus toen het voorbij kwam was mijn eerste reactie: ‘Oh, het bestaat nog’. En ja, dat Twijfelindo, dat trok me gewoon. Als je weet dat je een Twijfelindo bent, weet je ook wat het inhoudt als je het leest. Ik dacht gelijk: dat ben ik.

Mensen om je heen raden bijna nooit dat je Indische roots hebt?

Nee. Vaak niet. Als ik in Spanje kom, praten ze Spaans tegen me. In Italië Italiaans. Dus het is niet altijd te zien. En ik dacht dat als ik naar Indonesië zou gaan, dat ze daar wel zouden raden dat ik hetzelfde bloed heb. Maar dat was dan weer niet zo, dat was wel heel typisch. Mensen zien het niet aan mij. Maar ik voel me niet per se Indo. Vandaar Twijfelindo.

Als mensen vragen: ‘Waar kom je vandaan?’, wat is jouw antwoord?

Ja, gewoon eigenlijk uit Nederland. Als mensen een beetje doorvragen, vertel ik dat mijn vader Indo of Indonesisch is en mijn moeder Nederlands. Ik ben gewoon een Hollands meisje. Met krullen en bruin haar en ergens een invloed. Maar ik voel me Hollands, dat wel.

Hoe Indisch ben je?

Het is een heel gevecht geweest om te ontdekken waar alles vandaan komt omdat mijn opa en oma zijn overleden. Mijn opa is overleden toen ik elf jaar oud was. Dat was niet de leeftijd om over dat soort dingen te vragen. Ik weet dat ze van Java komen, uit Bandung. Het huis waar ze ooit zijn opgegroeid staat er nog. Dat weet ik tot zo ver. De moeder van mijn oma was Gronings. Dat is dan weer een Nederlandse invloed. Verder was het lastig zoeken. Mensen praten er niet graag over in mijn familie.

Je hebt ernaar gevraagd in je familie?

Ja, voornamelijk. Ik ben vorig jaar in Indonesië geweest en toen ging het vlammetje eigenlijk aan. Ik wil nu weten wat zich hier heeft afgespeeld, waar ik vandaan kom. Toen heb ik mijn vader op de man af gevraagd en hij heeft wel antwoorden gegeven. Over vroeger, hoe mijn oma was en dat ze altijd lief en zorgzaam was. Maar op vragen over wat mijn grootouders hebben meegemaakt of hoe ze vroeger woonden – mijn vader is zelf in Nederland geboren, bleef het antwoord uit. Dat wist hij niet. Verder dan dat komt het verhaal niet.

Wat heeft jou ertoe doen besluiten om naar Indonesië te gaan?

Ik wilde mijn hele leven er al heen. Eigenlijk met mijn vader, maar mijn vader wilde niet. En toen heb ik om een bepaalde reden vorig jaar ineens bedacht: ik ga. Ticket geboekt en ik ben gewoon gegaan. Ik heb achteraf spijt dat ik alleen Bali heb gepakt. Ik wilde eigenlijk ook nog wel naar Java en misschien naar Lombok. Ik ga gewoon weer terug, dat wel. Maar ja, het was gewoon ineens: ik heb de tijd, ik ga. Iets wat ik natuurlijk altijd heb willen doen, en daar was dan de mogelijkheid toe. De nieuwsgierigheid. Ik denk dat dat het grootste deel is.

Hoe was het om daar voor de eerste keer te arriveren?

Ik vond het heel vreemd. Überhaupt natuurlijk de hele cultuur, de natuur, alles is daar anders. Ik voelde me ineens nog meer Hollands dan dat ik me sowieso voel. Ik dacht: ik weet hier echt veel te weinig over, en wat heb ik daar spijt van, dat ik er zo weinig over weet. En ik was met een vriendinnetje, ze praten daar natuurlijk allemaal Engels, je kunt dan ook niet de taal een beetje meekrijgen. Op het moment dat ik uit dat vliegtuig stapte was het best wel een klap. Ik dacht: dit is een hele andere wereld. Maar naarmate je daar langer bent – de mensen zijn vriendelijk. Als je vertelt dat je ergens een beetje een Indische invloed hebt, vinden ze dat hartstikke leuk om te horen, ze zijn nieuwsgierig. En die kleine karaktereigenschappen. Dat vond ik heel leuk. Dat je met mensen zit te praten en denkt: Oh, wat lijkt die man op mijn oom, in z’n doen en laten. Dat Indische zit er wel in. Ik vind het een prachtig land en ik wil wel weer terug.

Hoe heb je dat vroeger op school ervaren?

Ja, dat was lastig. Ik had een vriendinnetje die hetzelfde was als ik, een Indo. We praatten er wel over hoe dat bij ons thuis ging, bijvoorbeeld met verjaardagen, en dan merk je toch dat ik veel Nederlandse invloeden heb meegekregen. Nou moet ik zeggen dat mijn moeder echt van het koken is en iedereen is welkom. Dat krijg ik dan wel weer mee. Dus dat is wat ik me dan echt herinner van school, dat was tijdens een geschiedenisles. Het ging over de Tweede Wereldoorlog. Dan werd ik ineens aangekeken en er werd gezegd: ‘Als dat anders was afgelopen dan was jij hier niet geweest.’ Dat was zo’n raar moment. Maar verder waren er niet heel veel Indo’s. Ik had er een bij mij in de klas en dat was toen mijn beste vriendinnetje. Dat was in Nieuwegein op het Cals College.

Dat Indische gevoel, is dat later veranderd? Heeft dat nog op de middelbare school een rol gespeeld? En nu met je carrière?

Voor nu geldt dat niet, maar zoals ik al zei, een jaar geleden ben ik naar Bali geweest en vanaf dat moment dacht ik: nu wil ik alles weten. Dus nu ik op ben gaan letten, vallen er wel meer dingetjes op en ben je je meer bewust van hoe je bent. Dat mensen zeggen: ‘Die Indo’s zijn zo eigenwijs.’ Dat is in mijn familie ook echt zo. En ik ben zo ook. Ik vind dat besef heel leuk. Maar in het verleden heeft dat nooit een bewuste rol gespeeld. Ik vind het wel jammer dat het te laat is. Mijn opa en oma zijn overleden. Ik had heel graag nog verhalen willen horen, als ze al hadden gepraat.

Heb je iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Mijn achternaam is Schotborg. Bij mij op de basisschool moesten we een stamboom maken. Met mijn vader heb ik mijn stamboom zover mogelijk zitten uitpluizen. En blijkbaar hebben we een familiewapen. Dat vond ik hartstikke leuk. Dat is wel iets wat ik dan nog steeds bij me heb. Of dat per se verbindt voor mij, dat weet ik niet. Maar het verbindt in ieder geval mijn familie. Dat was ooit een vergeeld printje. Nu staat het digitaal op de achtergrond van mijn laptop.

Verdwijnt de Indische cultuur of is hij springlevend?

Voor mij is hij aan het opleven. Maar dat komt doordat ik me er nu pas in ben gaan verdiepen. Dat er dingen gaan opvallen. Ook als je in de stad loopt en dat ik af en toe denk: Ik heb echt zin in een lemper, en dat een vriendin zegt: ‘Wat is dat dan eigenlijk?’ Dan ga je delen met mensen en laten proeven. Het gaat voornamelijk over eten, dat valt me wel op. Ik vind Indisch eten echt heel interessant. Heel lekker. Voor mij gaat het meer leven omdat ik het laat leven. Ik vind het leuk om mensen te betrekken in waar ik me nu in aan het verdiepen ben. Algemeen gezien weet ik het niet zo goed.

Kun je iets zeggen over de toekomst van de Indische cultuur? Hoe zie je dat over dertig, vijftig jaar?

Wat ik nu wel merk is dat ik als derde generatie interesse ga tonen. Ik ga nu weer op zoek. Ik wil meer weten, ik wil de verhalen achterhalen. Ik heb het idee dat wij een beetje de laatste kans hebben om die verhalen nog te achterhalen. Ik denk dat het daarmee meer op gaat leven en dat we de cultuur wat meer naar ons toe gaan trekken, en een beetje in stand kunnen houden. Lijkt mij heel leuk. En dan kan ik dat weer doorgeven.

Hoe eet jij je rijst?

Ik eet het met een lepel.

Wat is je lievelingsgerecht of -snack?

Lemper, daar ben ik echt dol op. En emping.

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier