Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier

(21) Studie: Docent Spaans

Toen je over het ‘Twijfelindo-project’ hoorde wat was toen je eerste gedachte?

Die term past gewoon heel erg bij mij. Je ziet het niet, maar ik ben er toch best wel mee opgegroeid.

Waar denken mensen dat je vandaan komt?

Die kunnen het vaak niet raden. Of ze gaan er gewoon vanuit dat ik Nederlands ben. In Spanje wordt het ook wel vaker gevraagd, omdat ik de taal natuurlijk spreek en je zou kunnen denken dat ik daar vandaan kom. Maar daar kunnen ze het vaak ook niet raden.

Wat zeg je als mensen dat vragen?

Ik zeg meestal dat ik gewoon een beetje een mix ben. Ik ben niet alleen Indo, zeg maar Indo-Nederlands, maar ook nog een deel – van mijn opa’s kant – Surinaams-Portugees. Dus ja, een mix van alles eigenlijk.

Hoe Indisch ben je, hoe zit dat in de familie?

Mijn oma is Nederlands-Indisch, want haar vader was gewoon Nederlands. En bij haar moeder zit er ook iets Chinees doorheen, en Indisch en een stukje Nederlands als ik het goed heb. Dit komt allemaal van mijn moeders kant af, want mijn vader is volledig Nederlands. En de vader van mijn moeder is dus in Indonesië geboren, maar zijn vader is Nederlands en zijn moeder is Surinaams-Portugees. Dus we zijn dan zeg maar een kwart mix, en de rest is Nederlands ongeveer.

Waar komen ze vandaan uit Indonesië?

Mijn oma komt van Surabaya. En m’n opa, die is daar dus wel geboren maar ik weet niet precies waar. En de rest is dus Nederlands. Vooral de opa’s zijn allemaal een beetje Nederlands. De vader van mijn oma was Nederlands en de vader van mijn opa ook.

Leven je grootouders nog?

Mijn oma leeft nog, mijn opa niet. Mijn oma woont hier nu al echt al heel lang, die is op haar achttiende naar Nederland gegaan, misschien iets later. Maar die is wel echt opgegroeid in Indonesië tot ze ongeveer volwassen was. En mijn overgrootoma leeft ook niet meer, maar die heb ik wel nog gekend. Dat was kleine omi voor ons, omdat ze zo klein was.

Hebben zij, oma of overgrootoma, ook dingen verteld uit Nederlands-Indië?

Jawel, maar vooral toen ik klein was, dus zoveel weet ik er niet van. Maar wat ik er vooral aan over gehouden heb is bepaalde woordjes die wij gebruiken, zoals ‘kripoethanden’ als je vingers gaan rimpelen nadat je in bad hebt gezeten. En de fles bij de wc, waarvan iedereen zich afvraagt wat die fles daar doet. Als ik bij mijn oma logeerde, moest ik met de fles spoelen. Maar de taal heeft ze niet doorgegeven aan mijn moeder. Vroeger moest je gewoon goed Nederlands leren praten. Dat is wel jammer. Ze is nog wel een paar keer teruggeweest naar Indonesië, en ze vertelt wel eens over het huisje dat ze daar hadden. Een klein huisje, wel alles heel mooi.

Ben je zelf naar Indonesië geweest?

Nog niet, maar ik wil het wel echt. Waarschijnlijk samen met mijn vriend. Want die is Javaans-Surinaams dus heeft ook wel roots daar.

En dan speciaal voor een roots-reis of meer vakantie?

We willen wel veel zien, niet alleen maar ergens in een resort zitten. Wel echt dingen bezoeken, en dan denk ik ook wel de plaats waar mijn oma vandaan komt bekijken.

Wanneer voel jij je Indisch?

Als ik bij mijn oma ben, als ik zelf Indisch ga koken en als mensen ernaar vragen. Dan zeg ik niet dat ik volledig Nederlands ben, want dat ben ik gewoon niet.

Toen ik klein was gebruikte ik af en toe woorden die andere kindjes niet kenden en snapte ik niet waarom ze me niet begrepen.

Hoe heb je dat ervaren op school of nu op je werk?

Ik heb er niet echt last van omdat mensen het niet aan me kunnen zien. Als ze het vragen, verbaast het ze meestal wel, ja. Toen ik klein was gebruikte ik af en toe woorden die andere kindjes niet kenden en snapte ik niet waarom ze me niet begrepen. Als ik in het zwembad was geweest en mijn vingers waren gerimpeld, dan had ik het over ‘kripoethanden’.

Heb je misschien iets tastbaars dat jou verbindt met het Indisch-zijn?

Spulletjes als sieraden van mijn oma die ze aan mij geeft of aan mijn zusje. Een kettinkje van mijn oma dat van mijn overgrootoma is geweest. En dingen voor in de keuken: ik heb zo’n theepot met een ding eronder voor een kaarsje dat ook uit Indonesië komt. Dat soort dingen hebben we nog, en foto’s.

Als je één ding zou moeten aanwijzen, wat zou je dan het meest dierbaar zijn?

Mijn oma zelf!

 

Hoe meer je het mixt, hoe mee het eventueel kan verdwijnen.

Verdwijnt de Indische cultuur of is hij juist springlevend?

Ja, moeilijke vraag. Bij ons in de familie is hij niet echt aan het verdwijnen. In ieder geval niet omdat ik me ervoor interesseer, en ik ga ook naar mijn oma toe om dingen te leren maken, het eten, maar ook bijvoorbeeld een guling, want die maakt ze zelf, dat kussen. En ik kan niet zonder mijn guling slapen, nu ik eraan denk. Maar zolang de generaties zich ervoor blijven interesseren, zal het blijven doorgaan en kun je het aan je kinderen doorgeven. Hoe meer je het mixt, hoe mee het eventueel kan verdwijnen. Maar ik denk dat het op zich wel blijft leven.

Hoe eet jij je rijst?

Met een lepel.

Wat is je lievelingsgerecht of -snack?

Ik vind roti kukus heel lekker, dat is dan weer een snack of een toetje. En mijn oma maakt vaak rijst met babi ketjap, of orah areh. Frikadel uit de oven of uit de pan, en ajam pedis is ook lekker. Ik vind eigenlijk heel veel dingen lekker die mijn oma maakt, maar dit zijn wel de dingen die ik het lekkerst vind.

Mooi om te merken dat de band met je oma heel goed is. Je gaat er vaak langs?

Ja, ik ga er af en toe langs, of ik bel even.

Wil je zelf nog wat zeggen?

Ik heb ook nog een broer en een zusje. Aan mijn zusje zie je het nog minder, want ik heb de kleinste oogjes van alledrie, en bij mijn broer zou je het goed kunnen zien, want hij heeft zwart haar. Ik heb bruin haar en mijn zusje nog iets lichter. Ja, we zijn echt een mix. Grappig dat er zoveel verschil is tussen ons drieën. Ik heb ook twee nichtjes, waarvan de een een beetje donker is met zwart haar en de ander blank met blond haar.

Dit interview is onderdeel van het Twijfelindo Project en Boek 2015/2016. Het boek is vorig jaar uitverkocht en de 2de druk is nog een kleine oplage beschikbaar. Bestel het laatste exemplaar van de gelimiteerde oplage hier of doe een donatie aan het huidige Crowdfunding project .

Wil je zelf ook meedoen in 2019? Klik hier